, [], Whether Christ's Ascension is the cause of our salvation?
Vertaling Bijbel, Kanttekeningen SV, [], De doorbreker [60]zal voor hun aangezicht optrekken; zij zullen doorbreken, en door de poort gaan, en door dezelve uittrekken; en hun [61]koning zal voor hun aangezicht henengaan; en de HEERE in hun [62]spits. 60. Hebr. is opgetogen, en zo in het volgende; dat is, zal zekerlijk optrekken. God zal alle vijandelijke beletselen van zijn genadewerk uit de weg ruimen, en de baan [gelijk men zegt] klaar en de weg openmaken. Maar anderen duiden het op de vijanden, gelijk op vs.12. is aangetekend waarvan de woorden doorbreker en doorbreken veel gebruikt worden. Zie Ps.17:4. Doch wanneer God zijn volk lichamelijk en geestelijk verlost, vernielt Hij ook wel met geweld zijne en zijner kerk lichamelijke en geestelijke vijanden. Zie 2 Sam.5:20; Jes.28:21, en Jes.63:3,4,5, hfdst.4 vs.13. enz. 61. Zie vs.12. 62. Hebr. hoofd; dat is vooraan; als de voortocht nemende onder zijn volk; verg. Jes.52:12. Anderen verstaan dat God, als zijns volk vijanden en tegenpartij geworden zijnde, met de vijand zal zijn, en dien als een veldoverste geleiden tegen zijn verworpen volk. Verg. Jes.63:10; Jer.21:5.